Intern Document Over Gevestigde Strategieën voor Reeds Afgewezen Asielzoekers
Een interne verklaring van het Oostenrijkse ministerie van Binnenlandse Zaken schetst de plannen van de regering om landen in Oost-Afrika te gebruiken als “doorvoershubs” voor afgewezen asielzoekers, ongeacht hun herkomst. Toen de Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken, Beate Meinl-Reisinger, in oktober haar eerste bezoek aan Afrika maakte, leek alles normaal, met gesprekken op een hoofdconferentie in Kampala en contacten met Oostenrijkse bedrijven. Een korte vermelding van “verdere samenwerking” over migratie maakte deel uit van de officiële mededeling. Achter deze eenvoudige woorden gaat echter een ambitieus plan schuil.
Ontwikkeling van Transitcentra voor Afgewezen Asielzoekers in Oost-Afrika
Het document, dat in handen is gekomen van de krant der Standard, onthult dat Oostenrijk mogelijk de intentie had om in Uganda transitcentra te installeren voor asielzoekers die zijn afgewezen, ongeacht of zij uit Uganda komen of niet. De plannen voorzien in het onderbrengen van deze mensen in een “partnerland” totdat een verwijdering naar hun land van herkomst kan worden uitgevoerd. Het concept van “doorvoershubs” verwijst naar opvangkampen waar mensen kunnen worden vastgehouden wanneer een gedwongen terugkeer vanuit Europa niet heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld omdat sommige landen zelden hun onderdanen retourneren.
Target Groepen en Internationale Partnerschappen
In het document wordt specifiek vermeld dat Somaliërs de belangrijkste doelgroep vormen. Het document, dat niet gedateerd is en waarschijnlijk nog in conceptfase verkeert, zou tijdens een reis van Meinl-Reisinger in Uganda besproken zijn. Uit de tekst blijkt dat de ministeries van Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken en de Kanzlerij hierbij betrokken zijn, met Rwanda als het oorspronkelijk voorgestelde partners land. Het plan zou gebaseerd zijn op principes van wederzijds voordeel, en langetermijninvestering en vertrouwen.
Volgens goed geïnformeerde bronnen ligt de voorkeur nu meer bij Uganda, hoewel het officieel niet bevestigd of ontkend wordt dat zij de hoofdpartner voor de doorvoershubs zouden zijn. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft enkel bevestigd dat de gesprekken over het uitvoeren van het regeringsprogramma gaande zijn en dat Nederland, Duitsland en Denemarken betrokken worden bij de discussies. Nederland kondigde eind oktober een vergelijkbaar model aan, dat werd omschreven als een “Trump-achtig akkoord”.
Politieke en Juridische Implicaties
Het Nederlandse initiatief zal naar verwachting juridische obstakels tegenkomen, vooral omdat het plan internationale organisaties bij de uitvoering zou betrekken. Oostenrijk erkent in haar documenten de internationale betrokkenheid, maar verstrekt geen details. De bilaterale gesprekken in Oostenrijk wijzen mogelijk op een voorbereiding voor de uitvoering van een voorstel van de Europese Commissie uit maart, dat betrekking heeft op nieuwe deportatieregels onder de Return Regulation. Volgens dat voorstel kunnen lidstaten afgewezen asielzoekers uitzetten naar derde landen, zelfs zonder directe connectie, als er een overeenkomst bestaat.
Dit beleid stuitte in 2018 op weerstand van de Europese Commissie omdat het risico op schending van het non-refoulementbeginsel met zich meebrengt, dat detentie en uitzetting naar landen waar mensen risico lopen op marteling of onderdrukking, verbiedt.
Historisch en Strategisch Achtergrond
Momenteel herbergt Uganda meer vluchtelingen dan enig ander Afrikaans land – bijna twee miljoen, hoofdzakelijk uit Zuid-Soedan en Congo. Tegelijkertijd is het land onderworpen aan autoritair bestuur, met in juni een wet die militaire processen voor burgers mogelijk maakt, en in mei werden journalisten die verslag deden over de verkiezingen aangevallen door veiligheidsdiensten.
Austria verleende sinds 2013 bescherming of verblijfsvergunningen op humanitaire gronden in 60 procent van de gevallen van asielaanvragen van personen uit Uganda. Andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, probeerden het uitbuiten van migratiediensten in landen als Rwanda, een poging die zowel politiek als juridisch faalde en circa €800 miljoen kostte.
Risico’s en Kritiek vanuit Humanitaire en Juridische Kringen
Veel mensenrechtenorganisaties en migratiewetenschappers waarschuwen voor de risico’s van dergelijke modellen. Ze wijzen op mensenrechtenschendingen, systematisch misbruik en wijzen erop dat investeren in Europese asielsysteem efficiënter kan zijn dan het creëren van doorvoerscentrales buiten de jurisdictie van de EU.
In september ondertekenden meer dan 200 organisaties, waaronder Amnesty International, een open brief waarin zij de plannen van de Europese Commissie bekritiseerden. Zij stelden dat dergelijke hubs kunnen leiden tot detentie in kampen buiten controle van de overheid, zonder wettelijke waarborgen. De EU-agentschap voor Fundamentele Rechten benadrukt dat dergelijke centra geen “juridische vakuums” mogen zijn en onder strikte, onafhankelijke controle moeten staan.
Financiën, Open Vragen en Toekomstperspectieven
Beide Oostenrijkse documenten en het EU-voorstel laten vragen onbeantwoord, zoals de financiering en de controlemechanismen. Het document geeft aan dat de faciliteiten “open” moeten zijn en dat partnerlanden zich moeten aansluiten bij mensenrechtenstandaarden. Hoeveel de Oostenrijkse overheid bereid is te investeren, blijft onduidelijk. Volgens Lukas Gahleitner-Gertz van het Oostenrijkse NGO Asylkoordination zal de implementatie waarschijnlijk worden uitgesteld door de huidige bezuinigingsmaatregelen.
Het document wijst er echter op dat Uganda slechts het begin zou zijn. Het project wordt beschreven als een “pilot” en er wordt gesproken over meer “innovatieve en wederzijds voordelige ideeën” die gevolgd zullen worden.





