Stijl is zoiets persoonlijks — maar toch lijkt het alsof we collectief dezelfde fouten maken. Je kent het vast: die ene trui die net niet past, of schoenen die totaal niet bij je jas matchen. Ook ik trapte er vaak in, totdat ik een paar simpele dingen leerde waar je écht iets aan hebt.
Hier deel ik de meest voorkomende stijlblunders en wat je eraan kunt doen, zonder dat het meteen uren kost.
1. De verkeerde pasvorm, altijd een ding
Je kunt de duurste outfit hebben, maar als het niet past — ziet het er gewoon slordig uit. Vooral broeken die te strak zitten of blouses die te groot zijn, dat haalt je look meteen naar beneden.
Tip: ga voor kleding die jouw lichaamsvorm flatteert, maar niet knelt. Ik heb maanden rondgelopen met een te strakke jeans, tot een collega me zei: “Dat zit toch niet fijn?” En hij had gelijk.
2. Te veel print, te weinig balans
Patronen kunnen top zijn — vooral bij een basic look. Maar overdrijven is makkelijk. Een bloemenhemd én een gestreepte broek werkt zelden, geloof me.
Wat helpt? Kies één statement piece per outfit. Heeft je trui veel print? Combineer met een eenvoudige broek in een neutrale kleur.
3. Verkeerde schoenen bij je outfit
Mijn moeder zei altijd: schoenen maken of breken je outfit. Het klinkt cliché, maar klopt. Sneakers onder een net pak? Misschien leuk voor festivals, maar naar kantoor? Niet zo.
Even snel – waar ga je heen? Casual schoenen passen bij casual kleding. En bij nette kleding horen nette schoenen. Niets ingewikkelds, meestal.
4. Te veel accessoires, te weinig rust
Ik ben een fan van accessoires, maar soms—ik geef het toe—ging ik los met kettingen, ringen en horloges. Het werd een rommeltje. Je outfit moet ademruimte hebben, zeggen stylistes vaak, en ze hebben niet helemaal ongelijk.
Beter minder, maar met aandacht gekozen stukken. Een goede horloge en ene fijne tas doen vaak meer dan vijf glimmende armbanden.
5. Kleding niet afgestemd op het weer
Er zijn zoveel keren geweest dat ik te warm of te koud gekleed was. In Nederland verandert het weer alsof iemand de plannen steeds omgooit. Mijn buurvrouw zegt altijd: “Neem altijd een extra jas mee.” En ze heeft gelijk — laagjes zijn key hier.
Dus: kies kleding die makkelijk aanpasbaar is, vooral van maart tot november. Dan voorkom je de typische “te heet” of “ik vries buiten” blunder.
Bonus: hoe voorkom je deze fouten?
- Investeer in een goede basiskledingkast — neutrale kleuren, goede pasvorm
- Vraag af: past dit bij de gelegenheid en het weer? Zelfs als het elke dag anders lijkt
- Kijk naar Nederlandse winkels zoals WE Fashion of Hema — daar vind je vaak betaalbare basics
- Probeer niet te veel tegelijk: 1 opvallend item, de rest simpel
- Vraag een vriend om eerlijk advies — soms zie je het zelf gewoon niet
In het kort: stijl hoeft niet moeilijk te zijn — maar wat aandacht helpt altijd. En misschien, heel misschien, maakt dat ene detail het verschil. Zoals mijn tante zei toen ze mijn nieuwe jas zag: “Dat staat je beter dan die oude.”
In ieder geval—probeer het eens uit, speel ermee en laat vooral zien wie je bent. En als je tips hebt of juist gekke stijlblunders wil delen, laat het hieronder weten. ik ben benieuwd naar jullie verhalen!