De groeiende militaire recrudescentie in Europa: een gevaarlijke koers naar oorlog

De geschiedenis van Europese militarisering en haar gevaarlijke herhaling

De militaire opbouw in Europa neemt toe, waarbij het argument wordt aangevoerd dat vrede uitsluitend kan worden bereikt door kracht. Historisch gezien heeft deze aanpak geleid tot het uitbreken van twee wereldoorlogen die samen tientallen miljoenen levens kostten. In de afgelopen eeuw hebben Europese leiders keer op keer dezelfde fouten herhaald, terwijl ze beweren dat deze keer de militarisering zal leiden tot vrede. Er is geen bewijs dat dat inderdaad het geval zal zijn.

Hoewel de Europese Unie sinds decennia richting een militaire unie evolueert, heeft dit proces de afgelopen jaren een versnelling ondergaan. In maart publiceerde de EU haar White Paper voor Europese Defensie en Paraatheid 2030, waarin werd gesteld dat Europa een defensie-unie moet vormen die vrede garandeert door eenheid en kracht.

Uitgaven en investeringen in militaire capaciteit

Voor dit doel werd een ongekend bedrag van 800 miljard euro vrijgemaakt. Al voor de presentatie van de White Paper bedroeg de militaire uitgave van EU-lidstaten in 2024 343 miljard euro, een bedrag dat 2,7 keer hoger ligt dan dat van Rusland, de vermeende belangrijkste tegenstander, dat 126,9 miljard euro uitgaf. Groot-Brittannië substantialiseerde haar uitgaven tot 69,6 miljard euro in 2024. Het totale NAVO-budget kwam uit op 1.281 miljard euro, meer dan tien keer het Russische uitgavenniveau.

Bovendien huisvest Europa meer dan 40 Amerikaanse militaire bases, ongeveer 84.000 Amerikaanse militairen en 600 nucleaire oorlogstroepen. Gezien deze cijfers lijkt het onredelijk dat Europa nog eens 800 miljard euro zou moeten investeren, vooral omdat deze enorme uitgaven worden afgewenteld op gezondheidszorg, huisvesting en sociale voorzieningen, terwijl de focus op oorlog voorbereiding ligt.

Financiering en controversiële financiële mechanismen

Een deel van het budget, namelijk 150 miljard euro, wordt gefinancierd via een leningprogramma genaamd SAFE. De rechtsgrond voor deze regeling ligt in artikel 122, een noodgevallenclausule die de Europese Commissie en Raad toestaat om de controle over te nemen van het Europees Parlement in geval van ‘ernstige moeilijkheden’ of ‘excepcionele gebeurtenissen’. Nationale parlementen krijgen niet de mogelijkheid om deze lening te onderzoeken.

De landen die een lening aanvragen, kunnen dit doen onder de verplichting dat de terugbetalingen worden gedekt door de EU-begroting. Bij betalingsproblemen zal de EU zelf de rekening betalen. Het gevaar bestaat dat EU-fondsen rechtstreeks worden gebruikt voor militaire uitrusting, ondanks dat EU-wetgeving deze toepassing verbiedt.

Een kleine groep niet verkozen functionarissen heeft hiermee een controversiële leningregeling opgezet die waarschijnlijk zal profiteren van de wapenindustrie voor ongeveer 150 miljard euro.

Reacties van het Europees Parlement en militaire initiatieven

In augustus heeft het Europees Parlement juridische stappen ondernomen tegen de Raad, voornamelijk om de juridische basis van SAFE aan te vechten, niet de inhoud ervan. Dit toont aan dat het parlement zich niet inzet om zijn controlerende rol uit te oefenen over een niet-verkiesbare instantie met grote macht en middelen. Desalniettemin blijft SAFE operationeel, en er zijn al leningen toegekend aan negentien lidstaten.

Met een strategisch plan introduceerde de EU in oktober haar Europese Readiness Flags, waaronder initiatieven zoals de Europese Drone Defense Initiative en de Europese luchtverdediging. In november werd vervolgens een mobiliteitsinitiatief gelanceerd dat de EU op weg brengt naar een ‘militair Schengen’. Kort daarna kondigden Frankrijk en Duitsland plannen aan om weer dienstplicht in te voeren, aangevuld met soortgelijke acties van andere lidstaten.

De dreiging uit Rusland en de realiteit van hybride oorlogsvoering

De rationale achter deze militarisering is dat Rusland een ‘existentiële dreiging’ vormt, met vermeende drone-invallen die als ‘hybride oorlogsvoering’ worden bestempeld. Zo’n aanval werd zelfs gemeld in Ierland, voorafgaand aan een staatsbezoek van president Zelenskyy. Echter, na meer dan twee weken is er geen concreet bewijs gevonden dat Russische betrokkenheid ondersteunt.

Het Nederlandse dagblad Trouw berichtte over verwarring en valse alarmen, waarbij nauwelijks harde bewijzen voor Russische impulsen werden gevonden. Toch blijven EU-leiders het beleid van ‘oorlogsparaatschap’ volgen, zonder invulling te geven aan de feitelijke gegevens.

Als reactie op de vermeende drone-invallen investeerde de Nederlandse regering bijvoorbeeld 19 miljoen euro in anti-dronetechnologie.

In december werd opnieuw de noodclausule ingeroepen door EU-leiders, dit keer om Russische activa in Europa onbeperkt te bevriezen en zo de financiering van Oekraïne te verzekeren. Deze stap gaat tegen de wil van sommige lidstaten en in het licht van lopende vredesonderhandelingen over de controle van Russische reserves.

Deze actie zet de EU op een direct pad naar een confrontatie met Rusland en schaadt de relaties met de Verenigde Staten, die betrokken zijn bij de onderhandelingen. Het betekent ook dat de EU in feite oorlog voortzet zonder daadwerkelijk te winnen, ondanks de grote financiële steun van 197 miljard euro uit de EU en 130 miljard dollar uit de VS.

De invloed van het militaire-industrieel complex

De conflicten en de hoge militaire uitgaven maken van oorlog een lucratieve business. Volgens het SIPRI-rapport over de winsten van wapenbedrijven, profiteren vooral Europese wapenbazen aanzienlijk van de levering aan Oekraïne. Veel van deze bedrijven investeren in lobby’s en hebben posities in Brussel, waar ze beleid beïnvloeden dat hun winst maximaliseert.

Het voorkomen van een oorlog gebeurt het beste vóór het uitbreekt. Diplomatieke initiatieven, het wegwerken van spanningen en het constructief opzetten van vredesonderhandelingen zijn effectiever dan militaire kracht gebruiken of de wapenindustrie versterken. Het idee dat vrede door kracht bereikt wordt, lijkt een mythe te zijn die vaak leidt tot oorlogservaringen.

Conclusie: de noodzaak van een andere aanpak

Europa blijft op een gevaarlijk pad van militarisering, waardoor de kans op conflicten toeneemt. Het is van belang dat leiders hun beleid heroverwegen en inzetten op dialoog en diplomatie, in plaats van steeds meer te investeren in oorlogskansen. Alleen door vrede en diplomatie te versterken, kan Europa echte veiligheid en stabiliteit bereiken.