De paradoxen van Noorwegen: Groene ambitie en fossiele werkelijkheid

Verwachtingen en politieke realiteit in Europa

Hoewel verwacht werd dat de invoering van de Europese Unie’s wetten tegen ontbossing een jaar zou worden uitgesteld, blijft een belangrijke maatregel ter bescherming van de planeet onvertraagd. Noorwegen, dat zich bevindt binnen de Europese Economische Ruimte (EER) en de ambitie heeft om klimaatwetgeving van de EU te volgen, voert nog steeds nieuwe offshore olie- en gasboringen uit. Het land heeft deze jaren 53 nieuwe exploratievergunningen toegekend aan twintig bedrijven, die samen 22,8 miljard euro investeren in verdere booractiviteiten. Dit is een toename van zes procent vergeleken met het voorgaande jaar.

Noorwegse energiebeleid en economische belangen

Ondanks dat Noorwegen tot de landen met de hoogste fossiele brandstofproductie behoort, onderhoudt het een bijna volledig hernieuwbare elektriciteitsvoorziening en bezit het een staatsfonds ter waarde van 1,8 biljoen euro, dat wordt ingezet om andere landen te ondersteunen bij het terugdringen van emissies. Volgens de Wereldbank heeft Noorwegen hierdoor de elfde hoogste wereldwijde bruto binnenlands product (BBP) per hoofd van de bevolking, mede dankzij de exploitatie van fossiele brandstoffen.

CO₂-uitstoot en internationale klimaatverplichtingen

Hoewel Noorwegen per inwoner 12,8 ton CO₂ uitstoot — dubbel zo hoog als het wereldgemiddelde — blijft het land relatief klein in zijn ecologische voetafdruk en pleit het publiekelijk voor internationale klimaatverdragen. Volgens het Parijse Klimaatakkoord worden emissies geteld op de plek waar fossiele brandstoffen worden verbruikt, niet waar ze worden gewonnen. Daardoor worden de gassen uit olie en gas dat Noorwegen exporteert, toegeschreven aan de bestemmingslanden en niet aan Noorwegen zelf.

De schijn en de werkelijkheid van klimaatambities

Oslo profileert zich graag als klimaatkampioen, maar in werkelijkheid blijft het een voorstander van fossiele brandstoffen. Het land gebruikt zijn financiële rijkdom om buitenlandse landen te helpen met duurzame ontwikkeling, terwijl het tegelijkertijd op grote schaal nieuwe olie- en gasvelden ontwikkelt. Deze situatie kan vergeleken worden met een drugbaron die zijn gebruikers ondersteunt terwijl hij ook liefdadigheidsorganisaties steunt.

Het contrast tussen beeld en feitelijkheden

Norway, dat meer petroleum per hoofd van de bevolking wint dan Rusland, Iran, Noord-Amerika en Saoedi-Arabië, presenteert zich als klimaatheld terwijl het feitelijk een grote koolstofproducent is. Dit hypocriete gedrag strekt zich uit tot de grootste handelspartner, de Europese Unie, die in 2019 aanvankelijk had beloofd om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn door de vraag naar fossiele brandstoffen te verminderen. De Russische inval in Oekraïne heeft deze doelen op de achtergrond geplaatst, mede doordat Noorwegers fossiele olie de markt bleef aanvullen.

De rol van Noorwegen binnen de wereldwijde energietransitie

Door de internationale situatie en de geopolitieke spanningen beweegt Noorwegen zich niet in lijn met de EU-doelstellingen. Het land beweert dat de elektrificatie van haar industrie de fossiele brandstoffen milieuvriendelijker maakt dan die uit andere olieproducerende landen, maar het blijft een grote producent en exporteur van steenkool, olie en gas.

Sociaal-economische implicaties en ontwikkelingslanden

Het Noorse vermogenfonds, dat haar rijkdom dankt aan fossiele brandstoffen, biedt haar burgers welvaart en gunstige pensioenen. Dit staat echter in schril contrast met de situatie in ontwikkelingslanden waar de EU haar grondstoffen als gevolg van ontbossing heeft verboden te exporteren sinds 2020. Zo mogen koffieboeren in de ‘Bean Belt’, waar sommige boeren slechts 1 tot 3 procent van de verkoopprijs verdienen, geen bomen kappen omdat dit slecht zou zijn voor de planeet. Tegelijkertijd wordt Noorwegen gezien als een klimaatacteur, ondanks haar hoge productie en export van fossiele brandstoffen.

De impact op ontwikkelingslanden

In landen zoals Papua New Guinea, waar bijna de helft van het landoppervlak bedekt is met bossen en de palmolieproductie de enige levensvatbare bron van inkomen is, blijven werkloosheid en armoede hoog. Deze landen worden geconfronteerd met de keuze om wel of niet uit te breiden, waardoor ze achterblijven en vaak geconfronteerd worden met de beperkingen die door ontwikkelde landen worden opgelegd.

Eerlijke afspraken en de noodzaak van wereldwijde verandering

Hoewel carbon credits in ontwikkelingslanden een onderdeel zijn van de oplossing, moeten ook Westerse landen bereid zijn offers te brengen. Er is al tientallen jaren sprake van beloftes dat we vandaag olie en gas nodig hebben, maar dat we die morgen niet meer zullen gebruiken. Had men toen meer geïnvesteerd in duurzame energie, dan waren de nieuwe olie- en gasvelden nu niet nodig geweest. Het argument om te blijven ontwikkelen en te profiteren van fossiele energie wordt vaak geweigerd door landen die hun volk willen ondersteunen, terwijl ze tegelijk de dringende noodzaak van wereldwijde milieuhandhaving ontkennen.

Slotbeschouwing

De situatie in Noorwegen laat zien hoe ingewikkeld en contradictorisch de wereldwijde energietransitie is. Ondanks hun publieke inzet voor klimaatmaatregelen, blijven de realiteiten van winstgevendheid en geopolitieke belangen grote invloed uitoefenen op het beleid. De vraag blijft of mondiale belangen en lokale economische voordelen de afwijzing van noodzakelijke duurzame veranderingen niet in de weg staan.