De vermeende steun van de EU voor multilateralisme en de realiteit
De Europese Unie benadrukt recentelijk herhaaldelijk het belang van multilaterale samenwerking in diverse internationale fora. Toch lijkt de werkelijkheid anders te liggen. In plaats van daadwerkelijk bij te dragen aan democratisering en verbetering van de mondiale economische governance, ondermijnt de EU op aanzienlijke schaal de processen die tot dergelijke doelen zouden moeten leiden. De steun van de EU voor multilateralisme wordt vaak ingezet als symbolisch gebaar, maar de concrete acties binnen de internationale arena wijzen eerder op het tegendeel.
Keuzes binnen internationale platforms
Het ondersteunen van multilateralisme vergt meer dan alleen aanwezig zijn op grote bijeenkomsten, zoals internationale topconferenties. Het hangt vooral af van de standpunten die de EU kiest te verdedigen binnen deze fora. Een treffend voorbeeld hiervan is te vinden in de discussies over nationale schuld en de daarbij horende hervormingen.
Het voorbeeld van hypocrisie: de schuldenproblematiek
Ondanks dat de EU tijdens de G20-top en de EU-Afrikaanse Unie-top haar steun uitsprak voor hervormingen in de schuldarchitectuur, bleek uit recente voorvallen in New York dat de praktische houding veel minder ambitieus was. Delegaties van de Europese Commissie probeerden een resolutie van de Verenigde Naties te blokkeren. Deze resolutie herhaalde slechts de eerder gemaakte afspraken, vastgelegd in het “Seville Commitment” tijdens de Fourth Financing for Development Conference (FfD4) in Sevilla, vorig jaar juli.
Het document roept expliciet op tot een intergouvernementeel proces om de schuldarchitectuur te herzien, een platform waar zowel schuldenaars als schuldeisers op gelijke voet kunnen participeren. Tijdens de besprekingen in de VN-commissie voor economische en financiële zaken probeerde de EU aanscherpingen te verwijderen die refereren aan dit commitment. Daarbij was de inspanning vooral gericht op het beperken van de rol van dit proces.
Niet geïsoleerde incidenten en de kritische reacties
Dit voorval is geen op zichzelf staande gebeurtenis. Al tijdens de laatste plenaire sessie van FfD4 distantieerde de EU zich van de paragraaf die aandringt op een intergouvernementeel proces voor schuldhervormingen. Deze actie werd fel bekritiseerd door maatschappelijke organisaties die pleiten voor echte hervormingen.
Volgens de EU worden soortgelijke discussies daarentegen al gevoerd binnen de G20 en de Global Sovereign Debt Roundtable (GSDR). Echter, beide forumvormen worden gekenmerkt door hun informele en niet-inclusieve aard, waarbij de representatie van schuldenlanden onvoldoende is. Daarnaast leveren de voorstellen uit deze platforms weinig concrete resultaten op, vooral voor de landen die het meest in de problemen zitten.
Een voorbeeld hiervan is het G20 Common Framework, dat volgens de African Union niet in staat is gebleken om tot een snelle herstelling van debt sustainability te leiden. Dit voedt het scepticisme over de effectiviteit van dit instrument, vooral voor in hoge mate schuldenlastige landen in Afrika.
De vraag: vertegenwoordigt de EU echt het multilateralisme?
Heeft de EU werkelijk de intentie om multilateralisme te bevorderen, of probeert zij slechts haar positie te behouden in een systeem dat wordt gedomineerd door schuldeisers? Is multilateralisme niet juist dat proces waarbij alle landen op gelijke voet kunnen discussiëren en de noodzakelijke hervormingen kunnen doorvoeren?
De interpretatie die wij op dit moment volgen, wijst duidelijk op het laatste. Totdat de EU zich inzet voor een daadwerkelijk inclusief en democratisch proces, zoals het opzetten van een internationaal verdrag onder de VN en een multilaterale regeling voor schuldafwikkeling, zal haar vermeende steun voor multilateralisme blijven steken in symboliek.
De rol van staten en internationale organisaties
Voorwaarden die door landen zoals de Afrikaanse Unie en de Alliance of Small Island States (AOSIS) worden gesteund, omvatten onder meer het streven naar een VN-kaderverdrag en een multilateraal mechanisme voor schuldoplossingen. In plaats daarvan zou de EU een formeel intergouvernementeel proces moeten ondersteunen dat alle actoren gelijk behandelt.
Op dit moment blijft de EU zich echter verkiezen voor informele fora en praatjes, terwijl de echte beslissingskracht in haar handen ligt. Dit toont haar terughoudendheid om echte hervormingen door te voeren wanneer de belangen van de schuldeisers op het spel staan.
Conclusie: minder symboliek, meer daadkracht
Het is nodig dat multilaterale en inclusieve fora daadwerkelijk worden versterkt, in plaats van te worden gebruikt voor symbolisch rhetorisch vermaak. Echte vooruitgang vereist concrete acties en het serieus nemen van de belangen van schuldenlanden, dossiers die niet kunnen worden afgedekt met woorden alleen.
Jaarlijks leggen tienduizenden mensen hun vertrouwen in de journalistiek van EUobserver, en met steun kunnen dat er miljoenen worden. De rol van kritische verslaggeving en advocacy blijft essentieel in het bevorderen van een eerlijker en meer multilateraal internationaal systeem.





