Mededeling van de Europese Commissie en de status van anti-corruptiemaatregelen
De Europese Commissie heeft Bulgarije vorig week ernstig gewaarschuwd. De waarschuwing volgde op de voortdurende protesten tegen corruptie door het hele land en de recente ontslagname van de Bulgaarse premier. Tijdens een persconferentie in Brussel op donderdag (11 december) gaf de commissie aan dat Sofia nog steeds problemen heeft met het oplossen van kwesties rondom haar anti-corruptiebureau. In november werd de betaling van ongeveer 215 miljoen euro voor een periode van zes maanden opgeschort vanwege bezorgdheid over de onafhankelijkheid van deze anti-corruptieorganisatie. Volgens Maciej Berestecki, woordvoerder van de Europese Commissie, heeft Bulgarije nu een maand de tijd om haar opmerkingen te maken over deze tijdelijke schorsing.
De protesten en politieke reacties
Deze waarschuwing kwam op een moment dat tienduizenden demonstranten de straten van Sofia bevolkten. Ze protesteerden tegen de wijdverspreide corruptie en de voorgestelde begroting voor het komende jaar. Naast Sofia braken protesten uit in 25 andere grote steden in Bulgarije. Deze onrust leidde donderdag tot het ontslag van de Bulgaarse premier Rosen Zhelyazkov. De Civil Liberties Union for Europe, een waakhond voor mensenrechten, stelde eerder dit jaar dat het anti-corruptiesysteem in Bulgarije dient als instrument tegen politieke en zakelijke tegenstanders van de facto eigenaren van overheidsinstellingen.
Controverses rond corruptiebeschuldigingen en invloedssferen
In oktober werd de oppositieburgermeester van Varna, Blagomir Kotsev, gearresteerd op basis van corruptieklachten. Een getuige die later afstand deed van zijn verklaring beweerde onder druk te zijn gezet door de Bulgaarse anti-corruptiecommissie. Volgens Adela Katchaounova van het Bulgaria Helsinki Institute, een Mensenrechtenorganisatie gevestigd in Sofia, verdenken ze dat de oligarch Delyan Peevski de touwtjes in handen heeft achter de commissie. Peevski, voorzitter van de centristisch-liberale partij ‘Movement for Rights and Freedoms’ in Bulgarije, is zelf eerder gesanctioneerd voor corruptie door zowel de Verenigde Staten als het Verenigd Koninkrijk. Zijn invloed op de nationale politiek en bestuur is een belangrijke frustratie die de protesten voeden. Critici stellen dat hij de coalitie regeert en in feite als schaduw-premier fungeert, zonder een officiële functie te bekleden.
De houding van de Europese Commissie en de juridische context
De jaarlijkse rapporten van de Europese Commissie hebben Bulgarije herhaaldelijk terecht gewezen omdat het de rechtsstaat ondermijnt. Echter, veel van deze aanbevelingen worden doorgaans genegeerd of oppervlakkig behandeld door de nationale autoriteiten. Volgens de Civil Liberties Union for Europe wordt ongeveer negentig procent van de adviezen in alle 27 lidstaten telkens herhaald. Tot nu toe zijn slechts zes procent van de aanbevelingen van dit jaar daadwerkelijk uitgevoerd, waarvan de meeste door slechts twee lidstaten.
Wat de protesten betreft, doet de Europese Commissie geen verdere uitspraken, afgezien van vage verklaringen over het recht van burgers om te protesteren. De hoogste niveaus van corruptie hebben in Bulgarije nooit tot een definitieve veroordeling geleid, afgezien van het geval van Desislava Ivancheva, voormalig burgemeester van de wijk Mladost in Sofia, die in 2018 werd gearresteerd voor het aannemen van steekpenningen. Alle andere onderzoeken zijn afgewezen of buiten de rechtbank geregeld.
Internationale rankings en toekomstperspectieven
Volgens de Corruption Perceptions Index 2024 van Transparency International staat Bulgarije onderaan in de EU, net boven Hongarije. Het land staat op het punt in januari toetreding te krijgen tot de eurozone als 21e lidstaat. Iedere maand lezen honderden duizenden mensen de journalistiek en opinies van EUobserver. Met steun van lezers kunnen nog meer mensen toegang krijgen tot deze informatie. Nikolaj, een medewerker van EUobserver sinds 2012, richt zich op binnenlandse aangelegenheden en heeft een achtergrond uit Denemarken, Frankrijk en België. In 2010 ontving hij een beurs van de King Baudouin Foundation voor onderzoeksjournalistiek.





