Iedereen zegt altijd: “Drink meer water, dat maakt je fitter!” Maar klopt dat eigenlijk wel? Ik ben er de laatste tijd over aan het nadenken, vooral na een gesprek met mijn buurvrouw die zwoer dat ze zich juist slomer voelde na het drinken van liters water. Klinkt tegenstrijdig, toch? Nou, laten we dat eens wat nader bekijken – want meer water is niet per se altijd beter.
Het watermythos: wat hoor je echt?
We zijn opgevoed met het idee dat ongeveer 2 liter water per dag de gouden standaard is. Maar die afspraak komt echt niet uit de lucht vallen zonder nuance. Je lichaam heeft vocht nodig, ja, maar hoeveel precies hangt af van allerlei factoren: je gewicht, het weer, hoeveel je beweegt, zelfs wat je eet.
Neem bijvoorbeeld iemand die voornamelijk fruit en soep eet – dan krijg je dus al aardig wat vocht binnen zonder te “drinken”. Terwijl de buurman die op kantoor zwoegt bij de kachel misschien echt wat extra’s moet drinken. Dus, die standaard 2 liter is een richtlijn, maar geen wet.
Te veel water = geen garantie voor meer energie
Ik heb ook gelezen dat te veel water zelfs het tegenovergestelde effect kan hebben. Als je te veel drinkt zonder zout en elektrolyten aan te vullen, kan je natriumgehalte in je bloed zakken. Dat klinkt abstract, maar het kan leiden tot een onbestemd gevoel, vermoeidheid en zelfs duizeligheid.
In ons lokale fitnesscentrum zag ik laatst iemand na de sauna liters water naar binnen werken — ook al was ‘ie licht in z’n hoofd. Dat is dus zo’n valkuil: meer drinken is niet altijd de oplossing.
Hoe weet je dan of je genoeg drinkt?
- Kleur van je urine: lichtgeel is goed, donkerder betekent vaak dat je moet bijvullen.
- Thirsty? Ja, dorst is echt een signaal, ook al zeggen ze vaak dat je ‘m niet moet negeren.
- Lichaamsgewicht: wie veel zweet – denk aan hardlopers hier in Amsterdam — moet vaker bijschenken dan iemand die vooral binnen zit.
- Luister naar je lijf: hoofdpijn, futloosheid of juist overmatig plassen kunnen aanwijzingen zijn.
Praktische tips om beter met water om te gaan
Ik ben zelf overgestapt van het standaard glas water bij het opstaan naar het insmeren met een schijfje citroen. Dat smaakt ineens minder saai en hydrateert lekkerder. Mijn collega’s drinken vaak thee of water met fruit erin, wat ook helpt om door de dag heen wat vaker te nippen.
Ook handig: zet een herinnering op je telefoon – klinkt suf, maar het werkte voor mij beter dan continu aan water denken. En vergeet niet: het gaat vooral om consistentie, niet om liters achter elkaar naar binnen te gieten.
Dus, moet je minder of meer drinken?
Eigenlijk gaat het om balans. Je lichaam heeft water nodig, maar hoe meer je drinkt, hoe fitter je wordt? Niet per se. Mijn advies: kijk naar je eigen signalen – en die van je omgeving. Misschien werkt jouw buurvrouw of collega anders dan jij. Geen vaste regel die voor iedereen geldt.
In ons land met z’n wisselvallige weer — de ene dag nat en koel, de andere warm en zonnig — kan je vochtbehoefte flink schommelen. Probeer dus vooral bewust te zijn, niet blind te volgen wat je hoort. En als je twijfelt, vraag het een huisarts. Want zo simpel is het allemaal niet.
Nou, zo is het ongeveer. Heb jij ook zo’n ervaring met water drinken – meer is soms minder, of juist andersom? Laat het eens weten in de reacties, ik ben benieuwd wat jullie erbij denken.
