Je hoort het steeds vaker – natuurvakanties worden dit jaar waanzinnig populair in Nederland. Niet zo vreemd eigenlijk, want na corona lijkt iedereen er wel behoefte aan te hebben: weg van de drukte, terug naar de rust. Maar wat maakt zo’n vakantie nou echt zo aantrekkelijk? En waarom haken steeds meer Nederlanders aan bij deze trend?
Terug naar de basics: de hitte, de rust en wat frisse lucht
Ik merkte het zelf al maanden geleden – zelfs mijn buren, bekende stadsmensen met een druk leven, gingen massaal voor een weekend in een natuurhuisje. De natuur biedt iets wat een stad simpelweg niet kan: stilte, ruimte, frisse lucht (ja, dat klinkt cliché maar zo voelt het echt). En als je dan ’s ochtends wakker wordt met vogelgezang en niet met claxonnerende auto’s, dan snap je ineens waarom zoveel mensen dit jaar voor natuur kiezen.
Waarom nu precies?
- Corona en je bubbel: eerder nog wist je nooit zeker of drukke plekken veilig waren. Natuur is minder risicovol, dat geeft toch rust in je hoofd.
- Minder vliegen, meer lokaal: vliegen is not done, veel mensen blijven liever dicht bij huis. En dat is oké – het Nederlandse landschap biedt verrassend veel moois.
- Goedkoper en authentieker: natuurvakanties zijn vaak betaalbaarder dan een ver resort. En je krijgt wel degelijk dat échte vakantiegevoel, zonder toeristenvallen.
- Activiteiten voor iedereen: van wandelen en fietsen tot wild spotten – er is keuze genoeg, ook met kinderen of je oma erbij.
Populaire bestemmingen in Nederland
Mijn collega vertelde laatst over de Veluwe – “daar kun je helemaal ontkomen aan de drukte”, zei ze. En ja, hoewel ik dacht dat dat misschien enkel een hippe insider-tips was, moet ik toegeven: de Veluwe is echt een natuurpareltje. Ook de Waddeneilanden scoren al jaren – Texel en Ameland bijvoorbeeld. Zulke plekken combineren natuur met gezellige dorpjes en lokale lekkernijen. En vergeet niet Zuid-Limburg, waar je een heel ander landschap krijgt – glooiende heuvels, wijngaarden, echt anders dan de rest van Nederland.
Handige tips als je ook wilt gaan
- Boek tijdig: natuurhuisjes en campings zijn snel vol, vooral in het weekend.
- Ga buiten het hoogseizoen: mei en september zijn vaak rustiger, en vaak mooi weer.
- Pak een fiets mee: het openbaar vervoer is op sommige plekken schaars, fietsen geeft vrijheid.
- Pak licht in: vergeet geen goede wandelschoenen en regenjas, je weet maar nooit met het Nederlandse weer.
Misschien lijkt zo’n natuurvakantie niet meteen iets voor jou. Maar als je het mij vraagt – de bergen hoeven niet per se ver weg, de natuur is hier dichterbij dan je denkt en geeft je misschien wel dat broodnodige ademruimte. En wie weet, misschien word je net zo’n fan als mijn buurman die nu al plannen maakt voor z’n derde trip dit jaar.
Heb jij al zo’n natuurvakantie overwogen? Of misschien al gedaan? Deel je ervaringen – altijd leuk om te horen wat anderen vinden van het buitenleven!
