Stroopwafels – die zoete, plakkerige lekkernijen uit Gouda – hebben eigenlijk iets magisch. Je kent ze wel: twee dunne wafelrondjes gevuld met warme, karamelachtige stroop. Maar wat als ik je vertel dat je die smaaksensatie gewoon zelf kunt maken? Ja, zonder dat gedoe met dure wafelsnijders of lastige recepten. Of het nu lukt zoals in de winkel? Nou ja, ik heb mijn best gedaan (en mijn vingers afgelikt).
Wat maakt een stroopwafel zo bijzonder?
Voordat je de keuken in duikt, is het goed om te begrijpen waaróm een goede stroopwafel goed is. Het begint met de wafel zelf: lekker krokant, niet te dik, met die herkenbare honingachtige karamelvulling die net smeuïg genoeg is om te smelten op je tong, maar ook stevig genoeg om niet alles uit elkaar te laten vallen. De balans tussen knapperig en chewy is key.
De basis: het wafelbeslag
In de meeste recepten gaat het mis bij het beslag. Er zit niet genoeg suiker, of het deeg is te droog. Mijn trick? Gebruik echte roomboter en bruine basterdsuiker. Die zorgen voor die diepe smaak en een mooie kleur als je de wafels bakt. Net als moeder vroeger maakte.
- 250g bloem
- 125g roomboter
- 100g bruine basterdsuiker
- 1 ei
- 1 theelepel kaneel (voor die extra touch)
- snufje zout
- 7g gist
- 75ml melk
Even alles mengen en kneden tot je een soepel, zacht deeg hebt. Laat het kort rusten, zodat de gist zijn werk kan doen (ongeveer een uur). Ik geef toe, dat wachten is altijd het irritantst – zo klaar om te bakken!
De stroop: het smeuïge hart
De stroop, dat is waar het vaak fout gaat. Niet gewoon die goedkope stroop uit de winkel, maar zelf iets maken wat nèt dat beetje meer heeft. Mijn mama zei altijd: neem stroop en dat karamelsiroop-achtige ding (glucose, oftewel stroop uit de kookwinkel) en meng dat met wat kaneel en een scheutje vanillesuiker. Warm het op en roer totdat het mooi dik is, maar nog vloeibaar genoeg om uit te smeren.
Bakken en vullen — de truc
Ideaal zou je een speciale stroopwafelijzer hebben, maar euh… ik gebruikte gewoon mijn standaard wafelijzer. Niet perfect, maar het werkt. Bak dunne wafels, snijd ze nog warm horizontaal doormidden (pas op voor je vingers!). Smeer de stroop er goed op en druk de bovenkant terug. Het is kleverig, maar oh zo lekker.
Mijn buurman uit Gouda wees me er laatst op dat de echte stroopwafels altijd even worden geperst met een houten wafelpers — dat zorgt voor die typische vorm en die goede textuur. Misschien ga ik er één aanschaffen. Of niet 🤷♂️
Tips die je niet op elke site vindt
- Gebruik geen goedkope margarines, roomboter maakt het verschil.
- Stroop niet te warm maken, anders wordt het te vloeibaar.
- Experimenteer met kaneel, maar overdrijf niet; het moet subtiel blijven.
- Laat je wafels afkoelen op een rooster zodat ze lekker krokant blijven.
- Heb geduld kreeg ik wel van mijn moeder — stroopwafels vragen om liefde, of tenminste wat tijd.
Niet zeker of dit voor iedereen werkt, maar als je gewoon thuis even wilt proeven hoe het écht moet — dan is dit een top startpunt. Mijn familie was er blij mee, zelfs m’n critische tante uit Brabant. Althans, dat zei ze…
Dus, zin om zelf aan de slag te gaan? Probeer het en vertel vooral hoe het ging in de reacties! Of misschien heb je wel een geheime stroopwafel-tip die ik nog niet ken. Ik ben benieuwd.